Babylon gevallen

Een sterke toren is Uw naam,
Uw wapenuitrusting trek ik aan.
In Uw autoriteit mag ik staan,
en de vijand bevelen weg te gaan.

Want U die in mij woont bent sterker dan hij die bedriegt,
en alles bij elkaar liegt.

U stelde de vijand publiekelijk te kijk,
want U hebt overwonnen het dodenrijk.

U doet de vijand verlammen,
de hoer van Babylon gaat op in vlammen.

U doet de leiders vastbinden,
en de vijand verblinden.

Vernedert en verslagen is de draak,
al zijn plannen lopen spaak.
U Heer,U zet hem mat en schaak.
U hebt verward de Babylonische spraak.

Babylon is helemaal drooggevallen.
U haalt omver hun muren en wallen.
De overwinning is geklonken,
Babylon is in het dodenrijk verzonken.
Vaarwel grote stad,
voor altijd en eeuwig in het bodemloze gat




Misleid en verleid heb je vele landen,
maar voor altijd en eeuwig zul je branden.

Aan de vele wateren had je een groot bereik.
In je val heb je vele zielen meegetrokken in het dodenrijk.

De Heer slaat in jouw muur vele gaten.
Zullen die zielen die je hebt misleid jou nu baten?

Als het oordeel word geveld,
welke van deze zielen komt jou toegesneld?
Zullen deze zielen jouw komen helpen?
Zullen zij het bloeden van jouw wonden stelpen?

Zul jij jezelf in het eeuwig vuur kunnen troosten,
met het feit dat je verleid hebt de koningen der aarde,
van het Westen naar het Oosten?

Hoe zullen deze zielen jou tot voordeel strekken?
Zullen zij jouw uit het eeuwig vuur kunnen trekken?

Jezus ging het dodenrijk binnen,
de duivel kon het niet van Hem winnen.
Wat voor leugen gaat de duivel voor zichzelf verzinnen?

Hij gelooft zijn eigen leugens nog.
De Heer bedwelmt hem met zijn eigen bedrog.

Hoe kan de duivel nou ooit aan winnen denken?
Keer op keer doet de Heer zijn ego krenken.

Keer op keer word hij vernedert en verslagen,
de Heer treft hem met vele plagen,
en nog heeft hij het lef om aan te klagen.
Zal hij zich dan nooit eens afvragen,
waarom hij steeds verliest alle veldslagen?

Waar is al zijn inteligentie gebleven,
die de Heer hem ooit had gegeven?

Kan hij dan niet snappen,
dat de hand van de Heer nooit zal verslappen?

Hij denkt het mechanisme te doorgronden van de Heer.
Maar de geschiedenis bewijst keer op keer,
dat wanneer de Heer werpt Zijn speer,
de duivel heeft geen enkele afweer.

Ondanks met domheid geslagen,
probeert de duivel nog steeds aan te klagen.

Waar is dan zijn verstand?
Zelfs de Babylonische koning herkende het teken aan de wand.

Zijn eigen metgezel zal hij op een dag in het vuur verbranden,
terwijl hij ook zelf voor altijd en eeuwig in de hete oven zal belanden.

De Verwoester is niet meer.
Heel de schepping behoort toe aan de Heer.

Alle tong zal Jezus'naam belijden,
de duivel kan niemand meer misleiden.

de Heer heeft ons bevrijd van de vijand,
die voor altijd in het eeuwig vuur knarsetand.

Aan het oordeel van de Heer zal hij niet ontkomen,
de Heer zal hem naar zijn daden belonen.
Al zit hij op de bodem van de zee weggedoken,
Jezus Christus heeft al zijn kracht verbroken.
Al zit hij diep in de aarde weggekropen,
de Heer legt alles bloot en open,
hij zal het grote Babylon helemaal slopen.
Al ligt hij verborgen onder een dik pak ijs,
de Heer maak je geen leugens wijs.